Inhoud

Het Lavergne-manuscript bevat in de eerste plaats de vroegste schetsen voor de 6 solosonates opus 27 en ook een blad met Ysaÿes correcties van de drukproef voor sonates 1, 2, 3 en 5. Ook van de sonate voor cello solo opus 28 bevat het manuscript de eerste schets, die relatief weinig afwijkt van de definitieve versie. De talrijke schetsen in altsleutel die in het manuscript te vinden zijn, wijzen er bovendien op dat Ysaÿe ook voor de altviool een werk dacht te componeren.
 
Een fragment voor altviool solo uit het manuscript (p.66).
 
Een fragment voor altviool solo uit het manuscript (p. 66).

Wat tot nu toe onbekend was en wat het Lavergene-manuscript uniek maakt, is de aanwezigheid van het netschrift van een onvoltooide zevende sonate in do groot voor viool solo. Deze bevat een eerste beweging, Allegro molto moderato ma con brio, die Ysaÿe oorspronkelijk wel voltooide, maar waarin hij later een aantal maten doorstreepte die hij allicht ooit dacht om te werken. Daarop volgt een prachtige Canzona (Lento e mesto): een intieme compositie die in de toekomst hopelijk een plaats zal krijgen in het concertrepertoire. Van de Finale (Giocoso) bevat het manuscript maar 12 notenbalken muziek en is dus helaas onvoltooid gebleven.
 
Verder in het manuscript zijn er ook enkele schetsen voor de eerste beweging van deze sonate aan te treffen. Waarom Ysaÿe deze sonate nooit voltooide, is niet met zekerheid vast te stellen. Het lijkt ons echter heel waarschijnlijk dat Ysaÿe in zijn cyclus van zes sonates onmiskenbaar wou verwijzen naar zijn voorbeeldcyclus, nl. die van Johann Sebastian Bach. Diens cyclus van zes sonates en partita's voor viool solo begint namelijk met een sonate in sol klein en eindigt met een partita in mi groot. Door het vervangen van de oorspronkelijk geplande zesde sonate in do groot door een andere in mi groot werd de hommage van Ysaÿe aan Bach duidelijker. Maar met het spijtige gevolg dat de sonate in do groot niet voltooid werd.
 
De eerste maten van de tweede beweging van de zevende vioolsonate.
 
De eerste maten van de tweede beweging van de zevende vioolsonate.

Hieronder volgt een alfabetisch overzicht van de werken die zich in het manuscript bevinden, sommige
bestaan maar uit een aantal maten, sommige zijn verder uitgewerkt:

 
• Aantekeningen bij een ongeïdentificeerd werk voor orkest (re klein): p. 5-7:


• Amitié (opus 26): p. 93, 138-140:

Ciaconna
 
• Ciaconna, een korte schets voor een werk voor solo-instrument en vermoedelijk orkest: p.128:

 
• Fantaisie (opus 32): p. 80-81, 93, 100-117, 119-123, 129:

 
• Fragmenten voor altviool solo, vermoedelijk wou Ysaÿe ook een werk voor altviool solo componeren: p. 28, 58, 66-67, 72-73, 75:

 
• Fuga op O Haupt voll Blut und Wunden (5/4, si klein, allicht oorspronkelijk bedoeld voor een vioolsonate, maar verworpen): p. 65:

 
• Introd[uction] et caprice, een korte schets voor viool solo en vermoedelijk orkest: p. 124:

 
• Poème nocturne (opus 29): p. 76-77, 79:

 
• Sonate voor cello solo (opus 28): p. 22-28:

 
• Sonates voor viool solo (opus 27)
  • Opmerkingen voor uitvoering: p.12, 21
  • Correcties van de drukproef voor de sonates 1, 2, 3 en 5: p. 141
  • Sonate 1:
    • 1-versie 1: p. 14-16
    • 1-versie 2: p. 8, 20-21
    • 2: p. 12, 16-19
    • 3: p. 12
    • 4: p  8-13
  • Sonate 2:
    • 1: p. 40-41
    • 2: p. 42
    • 3: p. 42-45, 65
    • 4: p. 45-47
  • Sonate 3:
    • 1: p. 35
    • 2: p. 34-35
    • 3: p. 36-39
  • Sonate 4:
    • 1: p .28-31, 62
    • 2: p. 30-32, 51
    • 3: p. 32-34
  • Sonate 5:
    • schetsen voor delen die uiteindelijk niet gebruikt werden: p. 54-58
    • 1: p. 48-50, 53, 68-69
    • 2: p. 48-52, 60-61
  • Sonate 6: p. 94-99

• Sonate voor viool solo (opus postuum)

  • Onvoltooide sonate:
    • 1: p. 58-60, 63 (?), 84-86
    • 2: p. 87-88
    • 3: p. 89-90

De onbekende canzona uit de onvoltooide sonate, op. posth.